Indrukwekkend is de stapel studieboeken die je door moet nemen op de universiteit. Het ene boek nog dikker dan het ander. Je begint vol goede moed, slaat het eerste boek open en start met lezen. Na enige tijd denk je bij jezelf, wat heb ik nou eigenlijk precies gelezen en hoeveel moet ik nog? Vertwijfeld kijk je naar de hoeveelheid bladzijdes die je nog moet lezen. Je hebt geen idee hoe je daar doorheen gaat komen. En je weet ook niet goed wat nou belangrijk is en wat niet. Herkenbaar?
Belangrijkste punten:
- Maak gebruik van een leesstrategie
- Begin altijd met oriënterend lezen voor je het boek ‘induikt’.
- Oriënterend lezen kent 3 niveaus: boek, hoofdstuk, paragraaf.
Een goede start
Dit kan ook heel anders. Hoe je dit kan verbeteren heeft vooral te maken met de start van het lezen. Veel studenten plonzen in het boek en worstelen zich er doorheen, zonder eerst grip te krijgen op het materiaal. Maar die grip is wel essentieel. Je kan dit vergelijken met een legpuzzel, die je als kind maakte. Daar begon je ook eerst met de randjes en de hoekjes van de puzzel, vóórdat je de andere puzzelstukjes ging neerleggen. Diezelfde randjes en hoekjes heb je ook nodig voor je studiemateriaal. Wat zijn die randjes en hoekjes van je studiemateriaal?
Doel
Een belangrijk hoekstuk is je doel. Waarom lees je dit boek? Wat wordt er van je verwacht na het bestuderen van het boek? Wat weet je al? Hoe moet je het lezen? Studieboeken voor een vak waar je ook tentamen over krijgt, moet je anders lezen dan een boek waar je informatie voor een scriptie uit moet halen. Hier gaan we uit van een boek dat je voor een tentamen moet kennen.
Het boek te lijf
Niveau 1 oriënterend lezen: het hele boek
Resultaat van deze stap: je hebt in korte tijd grip op het boek, je weet waar de auteur wil uitkomen en wat je kan verwachten. Misschien snap je nog niet alles, maar je weet wel waar je op moet letten. Met 15 tot 30 minuten kom je al een aardig eind om grip te krijgen op je boek.
1. Titel, ondertitel, auteur(s)
2. Achterflap boek
Hier kan je vaak informatie vinden over het doel, de doelgroep en de auteur.
3. Inhoudsopgave
Wat kan je verwachten? Bekijk het eerst grof, zijn er bv. delen? Is er een algemene conclusie of samenvatting, ook per deel? Daarna fijner; of welke verschillende hoofdstukken zijn er?
4. Voorwoord
Wordt standaard overgeslagen. Dat kan ook als er alleen maar bedankjes instaan. Maar hier kan je echter ook vaak een leeswijzer, opzet en aanpak vinden.
5. Conclusie
Niet in alle boeken te vinden, maar staat deze erin dan hiermee starten. Begin met het lezen van elke eerste zin van elke alinea van de conclusie. Daarna lees je het helemaal. Dan weet je waar de auteur wil uitkomen en heb je meteen de rode draad van het boek te pakken.
6. Samenvatting
Als je dit eerst leest, weet je precies wat je kan verwachten en wat belangrijk is. Ook hier eerst de eerste zin van elke alinea, daarna het totaal.
7. Inleiding
Hier kan je het wat en waarom vinden van het boek.
Niveau 2: oriënterend lezen; hoofdstuk
Blader door het hoofdstuk. Lees paragraaftitels, lees
kopjes, lees titels, lees de conclusie, samenvatting,
vragen. Duur: 10 minuten.
Niveau 3: oriënterend lezen; paragraaf
Lees elke eerste zin van elke alinea en lees vervolgens
de hele paragraaf gedetailleerd.
Het kan zijn dat een boek geen conclusie of samenvatting heeft. Probeer dan toch zoveel mogelijk grip te krijgen op het boek of hoofdstuk door te weten wat de structuur is, te bladeren en elke eerste zin van elke alinea te lezen. Ook dit geeft vaak voldoende informatie.
Wanneer oriënterend lezen?
Eigenlijk altijd, behalve bij een roman. Pas deze techniek maar eens toe op een artikel in de zaterdagkrant. Je zal zien dat je snel grip krijgt op het artikel als je alleen titel, vetgedrukte tekst, kopjes, bijschrift en elke eerste zin van een alinea leest.
Bijblijven
Goed studeren is voor een groot deel bijblijven door je literatuur te lezen en een helikopterview te ontwikkelen. Dat laatste betekent de hele stof kunnen overzien en de onderlinge verbanden helder hebben. Dit kost wel tijd en is niet vlak voor een tentamen nog te doen. Als je in staat bent om voorafgaand aan je college de bijbehorende literatuur te lezen (eerst oriënterend, dan gedetailleerd) dan ben je echt goed bezig. Je kan je ook actiever opstellen in het college (vragen stellen) en het beter begrijpen. Mocht je toch een keer te weinig tijd hebben, dan heb je altijd wel dat kwartiertje om vooraf aan het college de stof oriënterend door te lezen. Hierdoor landt de collegestof dan toch nog wel ergens. Lees dan wel na afloop de literatuur nog gedetailleerd door.
Reactie plaatsen
Reacties