Hiermee wordt het reizen naar Mekka bedoeld.  Daar vervullen de moslims hun islamitische rituelen (ter herdenking van Abraham ﷺ  en Ismaël ﷺ, die voor de moslims een groot voorbeeld zijn).  Dit doen zij op een bepaalde tijd van het jaar.

Allah heeft de bedevaart, voor diegenen die hiertoe in staat zijn (lichamelijk en financieel), verplicht om deze één keer in hun leven te doen.  Hierin komen vele moslims uit de hele wereld samen op de beste plek van de wereld om de enige ware God te aanbidden.  Ook gaan zij naar de Arafah berg, lopen zij om de Ka’bah, het eerste gebedshuis op aarde, en lopen zij zeven keer tussen de Safa en Marwah heuvels, net zoals Hagar dat deed toen ze met haar baby in watersnood was.

Miljoenen moslims uit de hele wereld maken hier contact en vertellen elkaar over hun leven.  Dit zorgt ervoor dat er een sterke band blijft tussen de moslims uit verschillende landen.

Eén van de grote problemen waar deze wereld mee te kampen heeft, is racisme.  Men is in deze moderne tijd wel in staat om de mens naar de maan te laten vliegen, maar men is niet in staat om de mens de onderlinge strijd en haat af te leren.  De bedevaart naar Mekka is een goed voorbeeld hoe racisme bestreden kan worden.  Alle bedevaartgangers hebben dezelfde simpele kleding aan die alle verschillen wat betreft status en ras wegneemt, zodat zij als gelijkwaardigen voor Allah staan.

Hajj mabrur (een feilloze bedevaart, die vrij van zonde is en begunstigd met Goddelijke acceptatie en behagen) is een van de beste, meest waardevolste daden in de Islam.

Bukhari en Muslim hebben van Gods Boodschapper opgetekend, vrede en zegeningen zij met hem:

“Degene die de Hajj verricht om God te behagen en alle lust en zonde vermijdt, zal na de Hajj net zo vrij van zonden terugkeren als hij of zij was op de dag dat hij of zij geboren werd.”

(Zayn al-Din al-Zabidi,Tajrid al-Sarih, “Hajj,” 756) 

Met betrekking tot het belang van de Bedevaart, zegt de Koran:

Voorwaar, het eerste (gebeds)Huis dat voor de mensheid werd opgericht is dat in Bakka (Mekka), als een gezegende plaats en een centrum van leiding voor de hele wereld. Daarin bevinden zich duidelijke tekenen (die laten zien dat het een heilige plaats is die door God als centrum van leiding gekozen is) en de Plaats van Abraham. Wie het betreedt weet zich beschermd (tegen aanvallen en angst). De Bedevaart naar dit Huis is een plicht aan God voor een ieder die zich de weg erheen veroorloven kan. Voor wie (deze plicht) verzaakt of ondankbaar is aan God (door dit gebod niet op te volgen), Allah is voorzeker Onafhankelijk van alle werelden.(3:96-97)

Enkele feiten

Alle moslimgeleerden zijn het erover eens dat de Hajj slechts eenmaal in het leven van een moslim verplicht is. Uitzondering hierop is wanneer iemand zweert een extra Hajj te doen. In dat geval dient hij of zij deze gelofte na te komen. Alles wat daarbuiten gedaan wordt, is extra en vrijwillig.

Hoewel sommige geleerden menen dat de Hajj op elk moment in iemands leven verricht kan worden en men hem uit kan stellen, geniet het de voorkeur om de Hajj te verrichten zodra men fysiek en financieel gezien in staat is om het te doen. De reden hiervoor is dat wanneer iemand overlijdt voordat de verplichte Hajj of een extra Hajj waar men zich toe verplicht heeft, verricht is, een van de erfgenamen deze verplichting op zich moet nemen. Ook wanneer de overleden dit niet in zijn of haar testament heeft opgenomen en een derde van het vermogen voldoende is om de Hajj te doen, is het beter wanneer een van de erfgenamen de Hajj in naam van de overledene verricht. Alle uit de Hajj voortvloeiende kosten en eventuele schulden, dienen uit het vermogen van de overledene voldaan te worden. De erfgenaam die dit wil doen, dient voor vertrek echter wel de toestemming van alle andere erfgenamen te hebben. Indien dit niet lukt, dient de erfgenaam alle kosten uit eigen zak te betalen.

Eerste vereisten om de Hajj te verrichten:

 

  • Een volwassen, vrije moslim zijn. Kinderen kunnen de Hajj samen met hun ouders verrichten, maar dienen deze nogmaals te verrichten na het bereiken van de verantwoordelijke leeftijd (puberteit).

  • Geestelijk gezond zijn.

  • Fysiek gezond genoeg zijn om de bedevaart te ondernemen.

  • Een veilige reis naar Mekka weten te vinden, zodat het leven en bezittingen van de pelgrim geen gevaar lopen.

  • Over de nodige voorzieningen beschikken, wat wil zeggen dat men tijdens de Hajj voor zichzelf kan zorgen, het gezin dat thuisblijft, kan onderhouden en in staat is de tocht op een volgens de Islam aanvaardbare manier te ondernemen. Al het geld dat nodig is om de Hajj te verrichten, moet op volgens de Islam toegestane wijze verdiend zijn.

  • Een vrouw die de Hajj van zo’n afstand onderneemt, dat ze als reiziger wordt beschouwd, dient vergezeld te worden door haar man, een man die volgens de Islamitische wet niet met haar kan trouwen of een of meerdere betrouwbare vrouwen.


De stappen van de Hajj

1. De gewijde staat
2. De overnachting in Mina
3. Het staan op ‘Arafah
4. De overnachting in Moezdalifah
5. De steniging
6. Het offeren
7. De omgang
8. Het heen en weer lopen tussen as-Safaa en al-Marwah
9. Het verlaten van de gewijde staat

 

1. Trek op de achtste dag van Dhoel Hiddjah de kleding van de gewijde staat (ihraam) aan in Mekka.

Zeg: ‘Labbaykallaahoemma bi haddjah.’
‘Hier ben ik, o Allah, om de hadj te verrichten.’

2. Ga naar Mina en overnacht daar.

Verricht daar de vijf gebeden ingekort. Dat wil zeggen dat je in het middaggebed (dhohr), het namiddaggebed (‘asr) en het late avondgebed (‘ishaa-) slechts twee gebedseenheden bidt. De gebeden mogen echter niet worden samengevoegd. Elk gebed wordt dus op zijn voorgeschreven tijdstip verricht.

3.  Ga op de negende dag van Dhoel Hiddjah na zonsopkomst naar ‘Arafah. Verricht daar het middaggebed (dhohr) en het namiddaggebed (‘asr) door deze samen te voegen op het tijdstip van het middaggebed. Er dient slechts eenmaal tot het gebed te worden opgeroepen (één adhaan), maar elk gebed dient afzonderlijk te worden aangekondigd (dus tweemaal iqaamah). Verricht geen vrijwillige gebeden ervoor of erna.
Wees er zeker van dat je je binnen de grenzen van ‘Arafah bevindt, want het staan op ‘Arafah is een noodzakelijke pilaar van de hadj. De moskee van Namirah bevindt zich grotendeels buiten de grenzen van ‘Arafah. Vast deze dag niet, spreek de talbiyah (labbayakallaahoemma labbayk) uit en roep Allah veel aan.

Verlaat ‘Arafah na zonsondergang en ga in kalmte naar Moezdalifah.

4.  Verricht het avondgebed (maghrib) en het late avondgebed (‘ishaa-) in Moezdalifah door deze samen te voegen op het tijdstip van het late avondgebed.

- Overnacht in Moezdalifah om daar het ochtendgebed (fadjr) te verrichten en Allah te gedenken in al-Mash’ar al-Haraam. De zwakkeren zijn niet verplicht om in Moezdalifah te overnachten.

5.  Vertrek op de tiende dag van Dhoel Hiddjah (de dag van het offerfeest/‘ied al-adhaa) vóór zonsopkomst van Moezdalifah naar Mina.

-Verricht het Eidgebed als je daartoe in staat bent.

6. Stenig de Grote Pilaar met zeven steentjes. Bij het gooien van elk steentje zeg je: ‘Allaahoe akbar (Allah is de Grootste).’ De steniging dient te gebeuren tussen zonsopkomst en zonsondergang van die dag.

7. Offer een dier in Mina of Mekka tijdens één van de dagen van het offerfeest (de dag van ‘ied plus de drie dagen van tashrieq). Eet er zelf van en voed ook de armen.
Als je niet in staat bent een offerdier te kopen, vast dan drie dagen tijdens je bedevaart en zeven dagen wanneer je naar huis bent teruggekeerd. Ook de vrouw is verplicht een dier te offeren of te vasten.

8. Scheer je hoofd kaal (niet voor de vrouwen) of knip je haar kort. Het kaalscheren is echter beter. Trek je normale kleding aan. Vanaf nu is alles weer toegestaan, behalve geslachtsgemeenschap. Dit wordt de kleine tahalloel (verlaten van de gewijde staat) genoemd.

9. Keer terug naar Mekka, loop zeven rondjes om de Ka’bah en loop zevenmaal heen en weer tussen as-Safaa en al-Marwah. Hierna is de geslachtsgemeenschap met je echtgenote of echtgenoot weer toegestaan. De omgang om de Ka’bah mag worden uitgesteld tot aan het eind van de maand Dhoel Hiddjah.

10. Keer terug naar Mina en overnacht daar tijdens de feestdagen. Elke dag na het middaggebed (dhohr) dien je de drie pilaren te stenigen, door te beginnen met de kleine pilaar. Iedere pilaar dient gestenigd te worden met zeven steentjes. Telkens wanneer je een steentje gooit, zeg je: ‘Allaahoe akbar (Allah is de Grootste).’

Wees er zeker van dat de steentjes in de ruimte rond de pilaren terechtkomen. Als dit niet het geval is, dien je opnieuw te gooien.

Na het stenigen van de kleine en middelste pilaar is het aanbevolen dat je blijft staan, je handen opheft en Allah smeekt.

Het stenigen mag gebeuren tot aan zonsondergang. Voor de vrouwen, kinderen, zieken en zwakkeren is het toegestaan iemand anders aan te stellen voor het stenigen. Wanneer het noodzakelijk is, mag de steniging worden uitgesteld tot aan de tweede of de derde dag.

11. De afscheidsomgang om de Ka’bah is verplicht. Onmiddellijk hierna dien je te reizen (terug naar huis).

 

Bron: ‘Sharh Arkaan al-Islaam wal Iemaan/Uitleg van de Pilaren van de Islam en het Geloof’ van Shaykh Zienoe