Antwoord:
Hetgeen waar de meerderheid van de geleerden zich op bevinden is dat het geen voorwaarde is voor een maḥram om moslim te zijn, met als voorwaarde dat hij (de maḥram) te vertrouwen is rondom haar om geen incest te plegen of andere verboden zaken.
Vandaar dat ze de majūsī (vuuraanbidder) hebben uitgezonderd. Hij (de majūsī) kan geen walī (voogd) noch maḥram zijn voor zijn moslimdochter. Want zijn majūsiyya religie weerhoudt hem niet van zulke (verboden) zaken.
Buitenom de majūskunnen andere niet-moslims ook geen walī (in een huwelijkscontract) zijn. Echter zij kunnen wel maḥram zijn waarbij het toegestaan is voor de vrouw om bij hen te wonen en mee te reizen zolang de voorgenoemde voorwaarde in acht wordt genomen. En deze voorwaarde geldt ook voor de criminele moslim. Hij mag geen maḥram zijn als hij niet te vertrouwen is rondom haar en hij dient behandelt te worden als zijnde iemand buiten haar familie om.
En al het succes is bij Allah.
Reactie plaatsen
Reacties