Tijd van het witrgebed

Het witrgebed kan gebeden worden wanneer iemand salaat al-‘ishaa gebeden heeft en het duurt tot wanneer de dageraad aanvangt (tot aan de adzaan van salaat al-fadjr).

 

De profeet ﷺ heeft gezegd: 

“Allah heeft jullie een gebed voorgeschreven (waarmee Hij jullie beloning kan vermeerderen), namelijk het witr-gebd; Allah heeft het jullie voorgeschreven gedurende de tijd tussen salaat al-‘ishaa-e en wanneer de dageraad begint.” 

[Overgeleverd door at-Tirmidzie (425); door al-Albaanie als sah’ieh’ (authentiek) geclassificeerd in Sah’ieh’ at-Tirmidzie.]

De boodschapper van Allah ﷺ heeft ook gezegd:

 ‘Eenieder die vermoedt dat hij niet kan opstaan aan het einde van de nacht, laat hem witr bidden aan het begin van de nacht. Maar eenieder die denkt dat hij in staat is op te staan aan het einde van de nacht, laat hem witr bidden aan het einde van de nacht; want het gebed aan het einde van de nacht wordt gadegeslagen (door de engelen) en dat is beter.’

[Overgeleverd door Moeslim (755).]


Het aantal raka’aat van salaat al-witr

 

Het minimale aantal raka’aat voor salaat al-witr is één rak’ah.

De profeet ﷺ  heeft gezegd: Witr is één rak’ah aan het einde van de nacht.” 

(Overgeleverd door Moeslim, 752.)

1.) Het bidden van één rak’ah:

Als iemand zich beperkt tot het bidden van één rak’ah, dan heeft hij de Soennah verricht. Maar salaat al-witr kan ook drie of vijf of zeven of negen of elf zijn.

2.) Het bidden van drie raka’aat

Als iemand drie raka’aat bidt voor de witr, dan kan dit op twee manieren gedaan worden. Beide manieren zijn in de sharie’ah voorgeschreven.

1. De drie raka’aat achter elkaar bidden, met één tashah-hoed (na de derde rak’ah).

‘Aisha (moge Allah tevreden zijn met haar) verhaalde: “De profeet ﷺ zei geen tesliem in de (eerste) twee raka’aat van salaat al-witr.” Volgens een andere versie: “Hij bad witr met drie raka’aat en hij ging niet zitten (voor de tashah-hoed) behalve in de laatste van hen.”

 

[Overgeleverd door an-Nasaa-ie (3/234) en al-Bayhaqie (3/31). An-Nawawie zei in al-Madjmoo’ (4/7):

2. Het zeggen van de tesliem na twee raka’aat en vervolgens één rak’ah op zichzelf bidden.

Ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem) verhaalde dat hij de twee raka’aat scheidde van de enkele rak’ah met een tesliem, en hij zei dat de profeet ﷺ dit zo ook deed.

[Overgeleverd door Ibn H’ibbaan (2435). Ibn H’adjar zei in al-Fath’ (2/482): “De isnaad is qawiey (sterk).”]

3.) Het bidden van vijf of zeven raka’aat:

Als iemand vijf of zeven raka’aat bidt voor salaat al-witr, dan dienen zij ononderbroken te zijn en men dient slechts één tashah-hoed te zeggen in de laatste rak’ah en vervolgens de tesliem te zeggen.

‘Aisha (moge Allah tevreden zijn met haar) verhaalde:

“De boodschapper van Allah ﷺ bad dertien raka’aat in de nacht, waarvan vijf raka’aat voor witr (de overige acht waren voor qiyaam al-layl), waarin hij niet ging zitten (voor de tashah-hoed) behalve in de laatste rak’ah.”

[Overgeleverd door Moeslim (737).]

Er is ook overgeleverd dat Oemm Salamah (moge Allah tevreden zijn met haar) zei:

“De profeet ﷺ bad witr met vijf of zeven (raka’aat) en hij scheidde ze niet met enige salaam of woorden.”

[Overgeleverd door Ah’mad (6/290) en an-Nasaa-ie (1714). An-Nawawie zei: “De isnaad is djayyid (goed).” (Al-Fath’ ar-Rabbaanie, 2/297.) Al-Albaanie classificeerde het als sah’ieh’ in Sah’ieh’ an-Nasaa-ie.]

4.) Het bidden van negen raka’aat:

Als men de witr wil bidden met negen raka’aat, dan dienen zij ononderbroken te zijn en men dient in de achtste rak’ah te zitten om de tashah-hoed te reciteren, vervolgens op te staan zonder de tesliem en daarna in de negende rak’ah nogmaals de tashah-hoed en vervolgens de tesliem.

Moeslim leverde over (746) van ‘Aisha (moge Allah tevreden zijn met haar) dat de profeet ﷺ negen raka’aat bad waarin hij niet ging zitten (voor de tashah-hoed) behalve in de achtste, waarbij hij Allah gedacht (dzikr), Hem prees en Hem aanriep. Vervolgens stond hij op zonder de tesliem te zeggen en hij stond op en bad de negende (rak’ah), waarna hij ging zitten en Allah gedacht en Hem prees en Hem aanriep en vervolgens een tesliem zei die zij konden horen.

5.) Het bidden van elf raka’aat:

Wanneer hij ﷺ de witr bad met elf raka’aat, dan zei hij de tesliem na elke twee raka’aat en bad vervolgens één rak’ah aan het einde.

Al deze manieren om salaat al-witr te bidden zijn genoemd in de Soennah. Echter, de beste manier is om je niet te beperken tot één bepaalde manier, maar om het de ene keer op de ene manier te doen en op een andere keer op een andere manier te verrichten, zodat men alle soennan (meervoud van soennah) verricht heeft. 


De witr is onderdeel van qiyaam al-layl (het nachtgebed), maar er is een verschil tussen hen.

Sheikh Ibn Baaz zei:Witr is onderdeel van qiyaam al-layl en het is Soennah en het is het laatste deel van qiyaam al-layl, één rak’ah waarmee men qiyaam al-layl afsluit aan het einde van de nacht, of in het midden van de nacht, of aan het begin van de nacht na salaat al-‘ishaa-e. Je bidt wat je kunt en sluit het af met één rak’ah.”

(Fataawa Ibn Baaz, 11/309.)