Hadith 24

Gepubliceerd op 18 september 2020 om 14:37

Hadith an-Nawawi : 24

Abū Dharr al-Ghifaarie vertelde dat de Profeet
zei zoals hij over zijn Heer overleverd, dat
Hij zei: “O Mijn dienaren: Ik heb onrecht voor Mijzelf
verboden en het tussen jullie verboden gemaakt dus doe
elkaar geen onrecht aan. O Mijn dienaren, eenieder van
jullie is dwalend behalve degene die Ik leidt, dus vraag Mij
om leiding en Ik zal jullie leiden! O Mijn dienaren, eenieder
van jullie heeft honger behalve degene die Ik gevoed heb,
dus vraag Mij om voeding en Ik zal jullie voeden.
O Mijn dienaren, eenieder van jullie is naakt behalve degene
die Ik gekleed heb, dus vraag Mij om gekleed te worden en Ik
zal jullie kleden. O Mijn dienaren, jullie verrichten dag en
nacht zondes en Ik vergeef alle zondes; dus vraag Mij om
vergeving en Ik zal jullie vergeven. O Mijn dienaren, jullie
zullen Mij nooit kunnen benadelen met welk nadeel dan ook
en jullie zullen Mij nooit kunnen bevoordelen met welk
voordeel dan ook.


O mijn dienaren, wanneer de eerste en laatste van jullie van
alle Djinn en mensen net zo godvrezend zouden zijn als de
meest godvrezende persoon onder jullie dan zou dat niets
aan Mijn Heerschappij vermeerderen. O Mijn dienaren,
wanneer de eerste en de laatste van jullie van de Djinn en de
mensen net zo verdorven zouden zijn als de meest
verdorven persoon onder jullie dan zou dat niets aan Mijn
Heerschappij verminderen.


O Mijn dienaren, wanneer de eerste en de laatste van jullie,
van de Djinn en de mensen allemaal op één vlakte zouden
staan en Mij zouden vragen en Ik zou eenieder geven wat hij
wenst dan zal dit niets verminderen van hetgeen zich bij Mij
bevind behalve wat een naald onttrekt als deze in de zee
wordt geplaatst. O Mijn dienaren, het zijn enkel jullie daden
die Ik voor jullie optel en daarna zullen jullie beloond
worden. Wie goeds treft moet Allaah loven en wie anders
treft moet niemand anders verwijten behalve zichzelf.