Hadith an-Nawawi : 8
Overgeleverd van Ibn 'Umar is dat de Boodschapper
van Allaah zei:
“Ik ben bevolen om de mensen te bevechten totdat ze getuigen dat er niets of niemand het waard is om aanbeden te worden, behalve Allaah en dat Mohammed de Boodschapper is van Allaah, en (totdat) ze
het gebed verrichten en de zakaat (aalmoes) geven.
Als ze dit doen dan hebben ze hun bloed en bezittingen tegen mij
beschermd behalve tegen het (straf)recht vanuit de Islaam
(wanneer zij iets doen wat de doodstraf vereist) en hun
berechting is aan Allaah.”